dinsdag 19 juni 2012

De bouw van het menselijk lichaam, Cellen


Een organisme is opgebouwd uit cellen, cellen vormen weefsel, weefsel vormen een orgaan, organen vormen orgaanstelsels en orgaanstelsels vormen een organisme.




















Cellen
Cellen
Het menselijk lichaam is opgebouwd uit cellen. Deze hebben verschillende taken en hebben daardoor ook verschillende vormen.

Celmembraan
Elke cel is omgeven door: een vlies, de celmembraan. Deze laat bepaalde stoffen wel door en andere niet. De cel is gevuld met een slijmachtige substantie, die we cytoplasma noemen.

Cytoplasma

Organellen
Cytoplasma bestaat voor het grootste gedeelte uit water (70%) en eiwit (20%). Daarnaast bestaat het cytoplasma uit grondplasma en organellen, dit zijn de ‘orgaantjes’ van de cel.

Nucleus




Chromatine


Dan is er tenslotte nog de celkern (nucleus), die onder de microscoop als een donker vlekje zichtbaar is. De nucleus is door een dunne wand afgescheiden van het cytoplasma. De celkern regelt alle activiteiten die binnen de cel plaatsvinden. De nucleus bestaat uit een netwerk van draden. Hierin zitten korrels, chromatinekorrels. Deze korrels kunnen zich tot draden vormen: chromosomen.

Chromosomen
Een chromosoom bestaat uit een lang DNA-molekuul, dat ligt opgerold rond eiwitten. Het DNA draagt alle erfelijke eigenschappen. Een chromosoom kun je zien als een kralensnoer. Elk kraaltje stelt een eigenschap voor en dit noemen we een gen.

Ouders geven erfelijke eigenschappen door aan hun kinderen via de chromosomen. In de bevruchte eicel komt de erfelijke informatie van de eicel en zaadcel samen. Alle genen liggen in een bepaalde volgorde op het kralensnoer en die volgorde is bij ieder mens hetzelfde. De mens heeft 46 chromosomen die worden verdeeld in 23 paren. De paren zijn genummerd van 1 t/m 22. Het 23e paar wordt aangeduid met de geslachtschromosomen X en Y. De vrouw heeft 2 (vrouwelijke) X-chromosomen en de man 1 X en 1 (mannelijk) Y-chromosoom.

Homozygoot
Als de chromosomen van 1 paar dezelfde eigenschappen hebben, noemen we dit homozygoot.
Heterozygoot
Zijn er verschillen ten opzichte van de erfelijke eigenschappen, dan noemen we dit heterozygoot.

Om te voorkomen dat er een tekort aan cellen ontstaat, zullen er voortdurend nieuwe cellen worden gevormd. De nieuwe cellen ontstaan door deling van bestaande cellen. Alleen volgroeide cellen kunnen zich door delen menigvuldigen.


Mitose
Meiose         
Er kunnen 2 soorten celdelingen onderscheiden worden:
1.    De gewone deling
2.    De reductiedeling

Bij mitose deelt eerst de kern waarbij de chromosomen. Daaruit ontstaan uit 1 lichaamscel 2 dochtercellen. Bij mitose vindt eerst een verdubbeling van het aantal chromosomen plaats. Daarna worden de chromosomen over 2 nieuw gevormde dochtercellen verdeeld.

Bij meiose deelt eerst de kern waarbij de chromosomen. Daaruit ontstaan uit 1 cel met een dubbel aantal chromosomen 4 geslachtscellen, waarbinnen de chromosomen in enkelvoud aanwezig zijn. Meiose is op te vatten als een combinatie van 2 opeenvolgende mitoseachtige delingen.


Celdeling is nodig voor:
- groei
- voortplanting
- vervanging van dode cellen


Receptoren
Receptoren zijn eiwitten die op een cel zitten. Receptoren hebben een belangrijke functie. Ze zorgen voor het binnenhalen of het naar buiten halen van stoffen. Zo heeft de lever receptoren aan de cellen die cholesterol uit het bloed halen. We kunnen zeggen dat receptoren (overal in ons lichaam) zorgen voor de communicatie tussen cellen onderling en met de omgeving. Receptoren kunnen worden gestimuleerd om een bepaald effect te bewerkstellingen of geblokkeerd om een bepaald effect te voorkomen.